Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Nadat Jakob in Egypte gekomen was, [11]zo riepen uw vaders tot den HEERE; en de HEERE zond Mozes en Aaron, en zij leidden uw vaders uit Egypte, en deden hen [12]aan deze plaats wonen. 11. Samuel voegt hier aaneen hetgeen vele jaren daarna gevolgd is, want de Israelieten riepen nog en klaagden tot den Heere niet, toen zij eerst met Jakob in Egypte gekomen waren, maar lang daarna, toen er een koning was opgestaan, die hun zware dienstbaarheid oplegde. Zie Ex.1:13,14, en Ex.2:23,24, enz. 12. Te weten, aan deze en aan gene zijde der Jordaan, in het land Kanaan. Mozes heeft haar gesteld in het koninkrijk der Amorieten, maar Jozua in het land Kanaan.